Pleidooi voor flexibiliteit

‘Ze eten frites!’, zo gonst het onder de cursisten tijdens de lunch op een van de cursusdagen. En ja, op de docententafel staat niet alleen een oergezonde lunch met vis en veel groente, maar ook een schaal patat… En dat terwijl wij net die ochtend hebben geleerd wat allemaal onder gezonde voeding valt en daar stond de aardappel, laat staan deze ultieme fastfood-variant hiervan, toch echt niet bij.

Na de lunch halen we natuurlijk verhaal bij onze docent. Zijn reactie is schouderophalend: “Ach, die paar frietjes, ik heb denk ik tien gegeten en ze waren heerlijk!” En meteen zegt hij erachteraan: “Geen enkel voedingsmiddel is in principe ongezond. Eigenlijk gaat het vooral om de hoeveelheid die we ervan eten, we eten bijvoorbeeld toch ook niet elke dag bij elke maaltijd een stronk broccoli? Waarom doen we dat dan wel met brood? Maar bepaalde voedingsmiddelen helemaal mijden, dat is meestal overdreven. Dus af en toe brood – of patat of wat dan ook – kan prima. Natuurlijk niet wanneer je bijvoorbeeld last hebt van coeliakie, dan is er een serieus probleem met gluten en is tarwe echt een no-go.”

En – ook al leren wij tijdens deze opleiding wat gezonde voeding voor je lijf is – we krijgen dus meteen ook ‘de les’ dat we vooral niet alles steeds helemaal goed moeten willen doen. Dat geeft allereerst veel onnodige stress (en in mijn eerste blog gaf ik al aan hoe funest dat is…). We krijgen als vuistregel mee: doe het tachtig procent van de week goed en spring zo nu en dan qua voeding fiks uit de band, zonder je daarover vervelend te voelen – sterker: geniet er op zulke momenten van! (Overigens geldt dit niet natuurlijk voor een therapiesituatie, dan leidt honderd procent inzet uiteraard tot het beste resultaat ☺).

Zo nu en dan ‘zondigen’ is bovendien – en dit vond ik een eyeopener – goed voor je lijf en in het bijzonder je immuunsysteem. Want zo train je je lichaam en afweer om weer in evenwicht – of met een mooi woord homeostase – te komen. En hoe flexibeler je gestel is, hoe sneller je weer terug bent in homeostase en dát noemde mijn docent gezondheid, terwijl ziekte daarentegen werd omschreven als het gevolg van een te lang gestoord homeostatisch evenwicht. Het gaat overigens om een heel rijtje homeostatische evenwichten waar je lijf druk mee is om die steeds in balans te houden: je lichaamstemperatuur, pH-waarde (zuur/base-evenwicht in je voeding), bloedsuikerhuishouding, het ATP-gehalte in je cellen, Ion- en stikstofhuishouding en de vloeibaarheid van je celmembranen. Hoe dit allemaal precies werkt kwam nog niet aan bod tijdens de eerste opleidingsdagen, wel werden al een paar mooie tips gegeven die – naast zo nu en dan uit te band springen – bijdragen aan een optimale flexibiliteit van je lijf.

Allereerst kun je met voeding die rijk is aan onverzadigde vetzuren de vloeibaarheid van je cellen goed verzorgen. En dat is belangrijk, want aan de buitenkant van de cel zitten allemaal receptoren en hoe vloeibaarder het membraan hoe makkelijker allerlei stofjes, op deze receptoren kunnen aanhaken, zoals bijvoorbeeld insuline (waardoor je bloedsuikerspiegel stabiel blijft). Dus: giet wat extra olijf-, lijnzaad- of walnootolie over je salade, zet regelmatig noten, olijven en avocado op je menu en eet wekelijks vette vis.

De tweede tip is heel simpel: werk aan je warmte-huishouding. Onze docent suggereerde om vooral af en toe kort zonder jas buiten te lopen om zo je lijf te trainen om het zelf warm te houden. Nu had ik een jaar eerder van mijn eigen therapeut al het niet zo aanlokkelijke advies gekregen (ze leidde het in met “Dit ga je niet leuk vinden…”) om koud te douchen. Het heeft dan ook even geduurd, maar inmiddels omarm ik de koude douche en voel ik me vooral daarna kiplekker. En ik heb het idee dat het mijn weerstand heeft verhoogd, want ik heb sindsdien minder last van allerlei virussen. Tóch zag ik op tegen een wandeling zonder jas naar de lunch, wat ik me liet ontvallen tegen mijn docent. En die vroeg zich af of mijn schildklierfunctie dan wel optimaal is en suggereerde meer schaal- en schelpdieren op het menu te zetten. Nou, dat vind ik geen straf. Een bord garnalen met (zelfgemaakte) mayonaise is wat mij betreft minstens zo lekker als een patatje met! En nu maar kijken of ik na de zomer makkelijker even naar buiten kan zonder jas…

Dit is de tweede blog die is gepubliceerd op de site van Amber Albarda.